Het loon van een rechtvaardige is een gelukkig leven, goddeloosheid leidt alleen tot zonde.
Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor.
Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas.
Een veelprater begaat al snel een misstap, wie zijn tong in toom houdt is verstandig.
De uitspraken van een rechtvaardige zijn als zuiver zilver, de gedachten van een goddeloze zijn niets waard.
De woorden van een rechtvaardige zijn voedsel voor velen, dwazen sterven door gebrek aan verstand.
Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe.
Zoals een dwaas vermaak schept in zijn slechte daden, zo geniet een wijze van zijn inzicht.
Wat een goddeloze vreest, overkomt hem, een rechtvaardige ontvangt wat hij verlangt.
Als de storm is uitgewoed, zijn de goddelozen weggevaagd, wie rechtvaardig zijn, staan voor altijd overeind.
Als azijn voor de tanden, als rook voor de ogen, zo is een luiaard voor zijn meester.
Wie ontzag heeft voor de HEER leeft vele jaren langer, het leven van een goddeloze wordt bekort.
Een rechtvaardige heeft vreugde te verwachten, een goddeloze hoeft op niets te hopen.
Voor wie onberispelijk zijn weg gaat, is de HEER een vesting, wie onrecht doet, vernietigt Hij.
Wie rechtvaardig is, zal nooit wankelen, de goddelozen worden van de aarde weggevaagd.
Een rechtvaardige spreekt wijze woorden, de tong van leugenaars wordt uitgerukt.
Wie rechtvaardig is, kiest het juiste woord, een goddeloze neemt slechts leugens in de mond.